Op naar chacamaca!
M (3) ging afgelopen schoolvakantie voor het eerst op kamp. Als ik hem op een avond ga halen ben ik blij dat ik een vrolijke peuter aantref, doodmoe, maar vrolijk.
Meestal is onze vermoeide peuter grumpy of hyper, waarbij alle zin voor dosering of voorzichtigheid uitgeschakeld is.
Ze hebben iets met reizen gespeeld, M zijn vertellen is nog niet samenhangend of concreet, dus ik vorm er me zelf maar een beeld bij. Iets met vliegtuigen, check!
“Papa? Waar gaan we naar toe?” vraagt hij in dezelfde adem.
“Naar huis jongen, mama is al aan het koken en is op ons aan het wachten.”
Al lachend krijg ik een “nee, nee, jij moet iets anders zeggen!” alsof hij nog in het reisspelletje zit. Terwijl mijn ene hersenhelft nog aan het werk aan het denken is, en de andere ons veilig door het verkeer loodst, antwoordt een overgebleven nutteloze hersencel naast zijn neus weg: “Chacamaca!”
Haha wat een grappig woord! De hele rit wordt het woord herhaald en het lachsalvo van onze peuter blijft even enthousiast.
“Is het langs hier papa?”
“Geen idee jongen, ik denk het, papa weet chacamaca ook niet liggen...”
“Is het nog ver papa?”
“Ik denk het niet liefie, we gaan eens kijken…”
Wanneer ik voor ons huis stop en met de beweging van de handrem weer 1 hersenhelft vrijmaak, komt meteen het besef.. slik… jup… tranen…
“Ik wil niet naar huis! Ik wil naar Chacamaca!!!!!!”
Maarten Bouwen (37j), getrouwd met S, vader van M (2) en Ukkie (in de buik), specialist machineveiligheid en familieman tout court. Houdt van uitstapjes, kamperen, reizen. In zijn (vrijwillig) weinig écht vrije tijd knutselt hij met beats in zijn home studio.