Corona Kids 2
(1)
"Zijn we al in een ander land?"
" Neen," zeg ik, maar misschien is het antwoord ja.
Een vader fietst met z'n kind naar de bakker. Het brood ligt om de hoek. Het brugje over. Zo voelt een reis naar het binnenland. Soms, denk ik, moeten alle grenzen dicht.
Zoals gordijnen. Niemand komt er in.
"Kijk," wijst het jongetje , " Het Waterland: waar de boten wonen."
Ik kijk naar het huis van de boten. Ook zij hangen aan de ketting. Quarantaine op het water. We blijven op veilige afstand. Ook van onszelf.
De jongen mag voorop fietsen.
Hij kijkt om, ik knipoog, hij probeert.
"Is dit een knijpoog, papa?"
"Altijd voor je knijpen," zeg ik, en we groeten een tegenligger.
"Ik was bijna niet gevallen." zegt de jongen trots.
"Dat is een meevaller," zeg ik.
(2)
Blootvoets loopt hij door de tuin.
Alsof de zon dacht: hier wil ik bij zijn.
"Mag ik nog wat zondercrème?"
Er is zo veel dat je niet kan tegenhouden : de lente en haar bijen. De kinderen en al dat voelen. Zo staan we hier.
Met al dat boos en zo weinig armen.
"Mag ik mijn kousen uitdoen, papa?"
(3)
Avondeten. Wild ouderschap. Alweer.
Meneer Pantoffel.
Hij gooit met alles. Vooral met groenten. Soms met liefde. "Wil je eens aan mijn bloed komen?"
"Jij zegt altijd neen," roep ik.
" Jij ook," zegt hij.
Zo smaakt dus een spiegelei.
Kevin (36) schrijft vogels uit eigen nest. Koolmeesjes van dienst: J (4) en S (2,5).
Hij houdt van dansen (in de living), boksen, uit het raam kijken, wielertoerisme en soms ook van zijn vrouw.
Kortom: soms Muhammad Ali, vaak gewoon een kleine jongen.