Mijn favoriete peloton(1)
Net zoals velen waarschijnlijk deze zomer, had ik wel zin in vakantie. Even weg met de kinderen, na al het gedoe van de afgelopen maanden en jaren, al dan veroorzaakt door een zieke vleermuis in of ander ver land. Maar omdat de regels de hele tijd veranderden, mijn pubers nog niet (volledig) gevaccineerd waren en het eind augustus was, wou ik liever niet naar het buitenland. In het ene land is een test genoeg, elders moest het om de paar dagen. Registreren, quarantaine, opvolgen en doorgeven... het leek me niet echt een fijne relax vakantie. Dus al snel werd duidelijk, we blijven in België.
Maar wat gaan we dan doen, papa? Eerst dacht ik aan wandelen, een GR beginnen en er een meerdere maanden project van maken. Maar papa, we wandelen al zo vaak. En gij al helemaal met uw buitendenker – werk. Volgende optie... Fietsen. Geen van ons is een getraind fietser. Naar school en terug, naar de bakker, voor de zottigheid al wel eens een zondagnamiddag tripje met voldoende stops. Dat wel. Geen van ons heeft een fiets voor lange afstanden. Te zwaar, oud, niet zo comfortabel, … Dat wel. Maar toch, een fietsvakantie. Redelijk snel waren de kinderen akkoord, op voorwaarde dat ik niet elektrisch zou rijden, waren ze bereid het een kans te geven.
Bestemming werd al snel gevonden, familie wonend in de Westhoek waren bereid onze leeggetrapte lijven te ontvangen. En weer te vullen met de nodige spijzen en dranken. Nu nog een route. Hoe geraken we van hier in het zuiden van de Kempen op een vlotte en fijne manier diep in de Westhoek, tegen de Franse grens? Hier kwam al snel het netwerk fietsknooppunten to the rescue. Knooppunt 14 is de start en in Roesbrugge zoeken we naar nummer 1. Een paar klikken en hup, de route is geboren.
Maar de kortste route is niet altijd de leukste. Zonder al te veel overleg, paste ik de route nog wat aan. Ik behield wel de drie steden Antwerpen, Gent en Brugge als overnachting. Maar recht op recht is ook maar saai. Dus een extraatje hier, een stop daar en een kleine omweg langs kanaal X en Y later, printte ik de nummertjes en waren we klaar. Nu de tassen en de fietsen nog. Bij de ene werd dat rammelend spatbord verwijderd, bij de andere het zadel verhoogd en bij alle vijf werden de banden opgepompt. Een beetje herstelgerief, binnenbanden en een setje inbussleutels, een ehbo pakketje, powerbanks, laders, … en ook nog wat kleren. Het paste allemaal wonderwel in de tassen.
Nog even wat praktische afspraken. Wie moe is en even wil stoppen, die zegt dat en we stoppen zodra het veilig kan. We geven hier geen commentaar op. Als er een probleem is, even roepen. In de steden en dorpen, goed samenblijven, een groepje vormen. En word je slecht gezind? Dat mag. Maar we gaan er niet over zagen en de anderen ‘besmetten’ met gegrommel. Iedereen akkoord? Dan kunnen we vertrekken.
Dag 1, Bevel – Antwerpen. Op papier slechts 30 kilometer, maar zei ik het al? De kortste weg is niet altijd de leukste. Dus rijden we even langs het Zennegat. Heerlijk fietsen langs de Nete, richting Lier, Duffel en dan wat zoeken aan de befaamde blauwe bruggen waar rivieren en kanalen elkaar ontmoeten. Maar zonder problemen, een vlotte rit naar het Zennegat en het bijhorende café Zennegat 13 voor een eerste tussenstop. De ene een sportdrank, de andere een gezonde(re) versie van een icetea, ondergetekende twijfelend over een streekbier toch maar een frisdrank. Voor aanvang van deel twee allemaal nog een muesli-reep en hup, richting Antwerpen. Nog een stuk langs het water en daarna door de dorpen ten zuiden van Antwerpen. Niet alle stukjes zijn even mooi, maar bijna alles wel veilig. Je weet dat je fout zit, als je langere tijd op een drukke weg of op een smal fietspad moet rijden. Al snel staan we in Berchem aan het station. Mijn hartslag gaat omhoog. Niet zozeer voor het weerzien met dat station, maar wel omdat ik nu met 4 kinderen/pubers de stad in moet, de drukte in. Een drukte die we niet gewend zijn.
Even stoppen dus, afspraken maken. Samenblijven, achter elkaar, klein peloton vormen. Tramsporen juist dwarsen, ogen open, handen aan de remmen en roepen als er iets is. Want waar Antwerpen een stad is met vele troeven, fietsvriendelijk is het er niet. Het verschil met Gent en ook Brugge zal de komende dagen groot zijn! Plaats van aankomst: de jeugdherberg Pulcinella midden in de stad. Slechts een keer gaat er iemand half onderuit (tramspoor... ) en niemand komt onzacht in aanraking met een ander voertuig. Oef! Zo geraken we gezond, en moe, aan het prachtige nieuwe gebouw. Inchecken verloopt vlot, fietsen kunnen op een veilige plek de nacht doorbrengen en wij krijgen een heel ruime, lichte en moderne familiekamer.
Bedden opmaken, een voor een douchen, even liggen en bekomen, het gebeurt allemaal vanzelf voor het eten. Eten... een belangrijk deel van de trip. Want van fietsen krijg je honger. Zeker als je op stap bent met vier pubers in volle groei. Wij dus op aanraden van mijn oudste zoon naar Farmo Streetfood, voor een zeer royale en zeer betaalbare portie Syrian streetfood. Een wandeling door de stad wordt minder enthousiast onthaald, dus redelijk vroeg zijn we terug op de kamer, installeren we ons voor de nacht en krijg ik nog de opdracht niet te snurken. Niet elke opdracht is haalbaar, dat begrijpt u ook.