De blauwe parochietent

Throwback naar begin juni. Zomerfestivals waren eerder al verboden door de Veiligheidsraad, maar volgens de nieuwe versoepelingen zijn kleinschalige concerten tot tweehonderd personen wel toegestaan. Insert de ‘Dranouter Zomersessies’: een reeks minifestivaldagen op het vertrouwde terrein tussen de West-Vlaamse heuvels, voor een zittend publiek binnen hun bubbel. Wij gingen met R (4) en co de zondagnamiddagsessie met Kapitein Winokio uittesten.  

‘Voor de rest… Veel plezier op deze onvergetelijke festivaldag!’, lezen we er onderaan het blaadje met afspraken dat we aan de ingang van het festivalterrein krijgen. Daarboven overigens geen verrassende zaken: afstand houden, handen wassen en bij voorkeur contactloos je ‘bongs’ betalen. Die maatregelen zijn we ondertussen al gewoon, maar die eerste festivaldag in de coronazomer zou inderdaad ‘onvergetelijk’ worden.

De beleving begon al bij het aanschaffen van de tickets, die je voor de hele bubbel moest kopen. Minimaal vier stuks, maximaal tien en dus een maximumcapaciteit van tweehonderd man. Reken daar ook nog de populariteit van Kapitein Winokio en Mevrouw de Poes bij, en je beseft dat die boel snel uitverkocht zal zijn. Ineens tien kaartjes gekocht, dus. De puzzel zouden we later wel leggen.

Dat werd een last-minutebeslissing, met een hoogzwangere vriendin met nogal wispelturig koopgedrag. Zij ging uiteindelijk toch mee, waardoor opa moest thuisblijven. Oma en een petekindje vervolledigden onze familiebubbel; de overige vijf tickets gingen naar een bevriend gezin met leeftijdsgenootjes.  

Het optreden zelf vond plaats in de vertrouwde, blauwe festivaltent. Met open zeilen, voor een goeie natuurlijke ventilatie. Voor de rest deed er ons echter maar weinig aan festivals denken. Geen lange rijen aan de bar, geen gestuntel met bier op het oneffen weidegras en ook geen campingstoeltjes die Festival Dranouter typeren.

Bij het betreden van die tent kregen we namelijk meteen een rij gedesinfecteerde tafels toegewezen, die we zelf van stoelen mochten voorzien. Geen van die houten klapexemplaren, overigens, maar stoffig parochiezaalmeubilair. We waanden ons dan ook veeleer op een kermisquiz of een mosselsouper dan op een concert. Doe ons dan toch maar dat oude normaal!

Zoals eerder al bleek in deze coronatijden, was het opnieuw de jongste generatie die het minst morde en plichtbewust de maatregelen opvolgde. Zo bleven onze twee koters stil op hun stoel zitten, terwijl alle andere kinderen zich op aangeven van de Kapitein aan een eerste stoelendans rond hun tafels waagden. “Dat mocht toch niet?”, herinnerden ze mij aan mijn woorden tijdens de heenrit.

Gaandeweg smolten ze toch, samen met de ‘IJsjes’ uit het ‘Zomer en Zee’-concert. Al durfden ze zich pas na afloop echt te roeren, voor een spurtje richting het ijskraam en de toiletten. Allebei iets minder coronaproof dan de blauwe parochietent, hoewel de handgel er binnen handbereik stond. Geen reden tot paniek, dus.

Als tastbaar souvenir aan hun ‘onvergetelijke festivaldag’ moeten zij zich wel met hun festivalbandje tevreden stellen. De gebruikelijke high fives, handtekeningen en andere interactie werden uiteraard geskipt, ook al omdat de Kapitein en zijn afgeslankte gevolg zich moesten klaarmaken voor de avondsessie; de derde van de dag. Bovendien moest alle meubilair tegen dan weer ontsmet zijn.

Komt zo’n zomersessie in de buurt van ‘the real deal’? Allerminst, maar in crisistijden is alles beter dan niks. Kunnen alle lokale activiteiten voortaan trouwens in zo’n festivaltent plaatsvinden? Dat lijkt ons dan weer wél een verbetering.

Zelf zin in een concert, coronaproof en zo?

https://kapiteinwinokio.be/concerten/

Schrijft als ingenieur, West-Vlaming en muziekliefhebber, en hier ook als vader. 

Pluspapa van R (2015), papa van S (2020)