De nieuwe vegetariër
Zaterdagochtend, 07:40 “Wanneer eten we nog eens hotdogs?”
Zaterdagochtend, 07:45 “Ik wil vegetariër worden.”
Toegegeven, op het eerste zicht is A1 niet zo consistent in zijn keuzes.
Maar dat gaf ons de keuze: we konden hem uitlachen omdat die uitspraken niet samen gingen of we konden zijn uitgesproken keuze alsnog serieus nemen.
We hebben gekozen om hem serieus te nemen.
Zijn keuze bleek gemotiveerd door bezorgdheid voor de natuur in het algemeen en de dieren in het bijzonder.
Er is zelfs een specifieke aanleiding: het thema in de kleuterklas (A1 is er 6) die week was de boerderij, inclusief een bezoek aan een boerderij en dat had het hele gebeuren toch wel heel dichtbij gebracht. Waarschijnlijk is dit niet het resultaat waar de gemiddelde veeboer op zit te wachten maar dat is eerlijk gezegd niet ons probleem.
Hét signaal dat het hem echt wel menens is, is dat hij ook zijn geliefde boterhamvlees wil opgeven.
Nu zijn we al een tijdje aan het flexitariën thuis en weet A1 dat we dit doen om onze ecologische voetafdruk te verkleinen ( in die bewoordingen...die we daarna toch ook maar eens geduid hebben), dus het menu aanpassen is vooral een kwestie van voor hem verder doortrekken wat we voor iedereen al een beetje doen. Ja, dat betekent ook dat we gewoon wat vaker met z’n allen vegetarisch eten.
Waar we wél een beetje op moeten letten, is dat hij voldoende vetstoffen en eiwitten opneemt.
Gelukkig is er een recente uitvinding gedaan die het vrij gemakkelijk maakt om dingen op te zoeken en contact op te nemen met mensen die kennis ter zake hebben.
Misschien heb je er al van gehoord, het heet het internet.
Voldoende voedingsstoffen opnemen blijkt reuze mee te vallen maar dé grote meevaller bij een online verzoek tot assistentie, bestaat uit de grote hoeveelheid felicitaties die onze kleuter heeft mogen ontvangen, onder andere van uit de Vaderklapkroeg.
Bij iedere “Hoe stoer!” en “Amai, die denkt daar al over na? Indrukwekkend!” die ik voorlees, groeit hij zienderogen en voelt hij zich gesterkt in zijn beslissing.
Wat ook een verademing is, is dat het vaste gesprek dat aan een maaltijd voorafgaat grondig veranderd is:
VOOR:
“Wat gaan we eten?”
Bedenk hier eender welk gerecht, met uitzondering van frietjes.
“Dat lust ik niet, dat weet je toch!”
NA:
“Wat gaan we eten?”
Bedenk hier eender welk gerecht.
“OK, ik zal proeven. Maar enkel als het vegetarisch is want je bent toch niet vergeten dat ik vegetariër ben, he?”
Ik geef toe, soms denk ik dan “We zouden het niet kunnen vergeten, al zouden we het willen, want je herhaalt het 3 maal per dag.” en het zal me ten zeerste verbazen als alle gerechten direct in de smaak vallen maar ik vind het tot nu toe een positieve balans, wat dan weer extra rust brengt voor het hele gezin (nooit slecht met drie jongens in huis).
Nu is het tijd om de boodschappen inclusief vegetarische knakworsten te gaan halen, zodat we die ogenschijnlijke tegenstellingen van de openingszinnen achter ons kunnen laten.
Davy (41) vormt samen met T(9), A(6) en A(4) een jongensbende die de enige vrouw in huis tranen met tuiten laat huilen. Van het lachen. Meestal.
Volgens de laatste analyse van A bestaat zijn werk vooral uit zoveel mogelijk letters op een monitor laten voorbijkomen.