Bang om je beeld(je) te verliezen
“Voel jij je ook een beetje beschaamd?”, vraagt de wat oudere dame die naast me loopt. We stappen toevallig samen van de parking richting de 600 000 CWRM-beeldjes.
Vanaf vandaag mag iedereen zo’n beeldje ophalen. De voorbije dagen verschenen er her en der berichten over “mensen die zakken vól beeldjes naar hun auto sleepten”. De ene blijkbaar mét toestemming (nogal wat herdenkingstoeristen waren in de buurt rond 11 november), de anderen (helaas) omdat ze zeker wilden zijn…
Maar waarvan wilden ze dan zo zeker zijn? Van te krijgen waar ze recht op denken te hebben? Zeker van hun tastbare herinnering?
“Eigenlijk niet”, antwoord ik. “Ik kom een beeldje halen voor mijn 3 gastjes die ooit elk eentje maakten tijdens het kunstenfestival in Watou. En als ze hoorden dat je er dan nu eentje mocht afhalen, wilden ze dat wel. Voor op hun kamer…”
“En wat daarna?, vraag ik me stilletjes af.
Zal die soldaat-van-klei ooit de strenge selectie-der-herinneringen overleven bij een stevige lenteschoonmaak? Of bij de verhuis naar hun eigen stekje?
Wat met al die andere herinneringen?
De tastbare versies zijn duidelijk aanwezig: een gevonden pluimpje, een opgeraapte steen, een omslag vol verjaardagskaartjes, een opgerolde tekening naast een knutselwerkje uit de kleutertijd. We proberen de bergen knutselwerkjes, lieve briefjes en prachttekeningen trouwens vooral digitaal bij te houden. Een fotomapje op de laptop neemt net iets minder plaats in dan dozen vol kunst op zolder...
Plots overvalt me een gevoel van weemoed (wat een topwoord eigenlijk). Een paar weken geleden namen we afscheid van mijn oma. Ze was de laatste van mijn 4 grootouders, dus in één klap schoven we een hele generatie op. Voor de begrafenis schreef ik een tekst vol herinneringen. De WhatsAppgroep met de neven en nichten ontplofte na mijn vraag om input. Van typische uitspraken (“ke keune kik nie skitn ol vliegn”) tot een oplijsting van alle gepersonaliseerde kerstcadeaus die we als kind kregen.
Nu haar huis leeggemaakt moet worden, passeren ook de tastbare herinneringen weer. Die lelijke-maar-wel-typisch-oma-vaas, de kapotte koekoeksklok op zolder, de dubbele cassetterecorder,… Je kan niet alles meenemen, maar het is wel fijn om gewoon eens iets te kunnen vastpakken om met de glimlach aan oma terug te denken.
Om haar beeld niet te verliezen.
Want zoals zij zijn er geen 600 000…
Coverfot: © Provincie West-Vlaanderen - Harold Naeye - Koen Vanmechelen
Stijn is een papa van 39 (jaar, welteverstaan). Hij ziet zijn dochters S (bouwjaar 2006) en D (bouwjaar 2011) razendsnel veranderen en herkent zichzelf in de deugnieterij van zijn zoon O (bouwjaar 2008). Deze Westhoekman is constant op zoek naar verbinding en is gek op verhalen, picon en zijn madam. Check ook zijn project Dujamaisvu.