"Kom, loop maar een beetje door"
Zondagnamiddag, we kuieren met vrienden door het Vrijbroekpark.
dochter M. (3j) rent naar de plantjes
We lopen verder
dochter M. schiet richting de rozen
We gaan verder
dochter M. inspecteert een sloot
We wandelen naar de vijver
dochter M. wilt de eendjes in de vijver aaien
We flaneren verder
dochter M. is gefascineerd door de tennissers op het pleintje
We vorderen verder
dochter M. wilt de bellende man met sigaret van naderbij inspecteren
We schrijden over een brugje
dochter M. steekt haar hoofd door de spijlen
We slenteren verder
dochter M. ziet een mooie steen, en nog één, en een stok...
Plots houdt vriend J. me grijnzend de spiegel voor:
"Ja jongen, nu weet je wat wij vroeger dachten bij het uitgaan elke keer je weer eens iemand tegenkwam."