Visie of ploeteren?
Een nieuw schooljaar op een nieuwe school, een nieuw onderwijsveld, nieuwe lessen.Bij het voorbereiden kan ik me inlezen in de cursussen, de methodieken, de doelen, de verwachting. Er zijn heel der handleidingen. Wow wat een schat aan informatie en hoe meer ik lees, hoe enthousiaster ik word van alle onderdelen die ik mag gaan behandelen in de lessen.
Deze voorbereiding, dit overzicht en houvast had ik niet toen mijn eerste kind geboren werd. Ik ging er ook niet bewust naar op zoek. Ik had enkel mijn eigen ervaringen van mijn opvoeding. En een heel duidelijk buikgevoel van papa te willen worden en zijn.
Bij de geboorte van mijn tweede kind waren er al ervaringen van mezelf in het opvoeden en deed ik zaken al anders dan bij nr 1. Bv het in bed leggen: waar ik bij mijn oudste naast hem bleef zitten tot hij sliep (handje vasthouden, veiligheid bieden om te kunnen ontspannen), legden we nr 2 geruster in bed en ze leerde al op jonge leeftijd zelf inslapen.
Terug naar de vergelijking van het voorbereiden op het begeleiden van leerlingen en het begeleiden van mijn eigen kinderen. Op het werk kan ik makkelijker de metapositie innemen en het overzicht houden. Kijken naar processen die zich afspelen, onderzoeken welke zaken nu nodig zijn en de volgende keer bijsturen.
Bij het opvoeden sta ik veel meer in de situatie, die me soms met z’n veelheid van geregel, drukte, indrukken, vragen, aandacht en beweging overstelpt. Om dan het overzicht terug te zien moet ik eerst mezelf uit de situatie begeven. Vaak letterlijk.
En dat lukt lang niet altijd. Zeker niet wanneer vermoeidheid, andere projecten, onderhoudsklussen in huis, vrienden en familie zien en werk ook om m’n aandacht vragen.
Ik heb het geluk om een partner te hebben met wie ik samen leef. Zij heeft het vermogen om me feilloos te spiegelen, me uit de situatie te halen en uit te nodigen om te kijken naar wat er gebeurt. Ze heeft ook sensoren die de opvoedatmosfeer in ons gezin constant meten en me alert maken als er ergens oververhitting of disbalans ontstaat.
Tot zo ver ideaal. En dan komt er een laag bij. Een laag van emoties, overtuigingen en kritische gedachten bij mijzelf. Deze laag varieert van dun en nevelig tot dik en stroperig. Al te vaak staat deze laag in de weg tussen mijn begeleiden van m’n kinderen en het kijken naar deze opvoeding en het kunnen horen, voelen en aanvaarden van de observaties en signalen over mijn handelen.
Dit ervaar ik als een worsteling. Een ploeteren door de dikke drab tussen doen en overzicht, tussen daadkracht en visie. De vloeibare laag kan verharden tot een asfaltachtige substantie waar niet doorheen te komen is. Ik heb deze laag lang verwenst, willen verbannen, uit de weg gaan, verdoven of negeren.
Dat kon lange tijd door ofwel enkel aan de ene kant te gaan staan (doen, uitvoeren, regelen, zijn, spelen, actie, proberen) of helemaal in de andere kant (denken, commentaar geven op het leven, piekeren, twijfelen, overdenken).
Ik leer nu om dit wel aan te kijken. Wanneer mijn vrouw me een reflectie laat zien van mijn handelen, mag ook de boosheid, het niet willen zien, de angst het niet goed te doen, … er zijn. Ik kan steeds vaker deze emotionele onrust die komt bovendrijven bij feedback observeren en laten drijven.
Wat me helpt is deze laag te bekijken als wolken en niet meer als een dikke stroperige laag asfalt.
Wolken komen en gaan. Altijd. En ja sommige wolken zijn echt angstaanjagend – dik, donder, dreigend, met onweer en storm. Ze drijven altijd weer voorbij. Uiteindelijk.
En dan ervaar ik heel veel steun van andere vaders, wanneer ik vertel over hoe donker de wolkenlaag bij mij soms is. Wanneer die andere vader mee kan kijken naar mijn wolk. Hij hoeft hem niet weg te blazen, noch beschutting voor me te regelen. Het mee-kijken en even naast me staan is alle steun die ik nodig heb.
Dan kan ik heel de tussenlaag - al de gevoelens, emoties, ervaringen als kind, overtuigingen, patronen en gewoontes - zien als de tussenweg , de verbinding tussen denken en doen, tussen abstractie en aanwezig zijn.
“Heb ik de ballen om te blijven staan in het onweer? Om aanwezig te blijven als het stormt? Te kijken naar de rollercoaster van emoties en ondertussen te blijven ademen?”
Stilstaan, in en uitademen, m’n hand op mijn borstkas, m’n hart voelen kloppen, mijn voeten stevig op de grond. Als ik goed voel, komt er vaak een antwoord op mijn worsteling van het moment. Geen gedachte, geen plan maar een lichtpuntje of zo. Het plan en de ideeën komen daarna.