Vaderklap

View Original

Die andere man 

Plots is hij daar dan. Je bent gescheiden, je leven staat overhoop. Een zoektocht naar wat en hoe nu draait volop, het wennen aan het slechts halftijds zien van de kinderen vraagt heel wat energie, werken aan een nieuw soort relatie met je ex loopt niet altijd van het spreekwordelijk leien dakje en dan plots... is er een nieuwe man in het leven van je kinderen.  

La mama heeft een nieuwe relatie en de kinderen leren hem na verloop van tijd uiteraard ook kennen. En komen daarover verslag uitbrengen. Geloof me, toen hoopte ik maar één ding: laat het aub een toffe man zijn!  

En hoera ende woeptidoe, ik had geluk. De plus-, stief- of wat dan ook papa van mijn kinderen is een aangename kerel. Iemand die ook het beste voor heeft met hen, die mijn kinderen een extra luisterend oor biedt, die niet de drang heeft zelf vader te willen zijn van de kinderen en mij dus in mijn rol respecteert. Vanuit die houding groeit ook vanzelf de bereidheid tot interactie, tot gesprek, tot wederzijds respect.  

Elke vrijdag is het hier wissel. De ene brengt de kinderen naar school, de andere ouder haalt hen daar dan op. De spullen worden dezelfde dag gebracht. Vier kinderen die van plek wisselen, ik moet u waarschijnlijk niet vertellen dat dat heel wat spullen zijn. Ik breng meestal alles in de voormiddag, tussen het werken door. En heel vaak gaat dat gepaard met een praatje. Aan de deur. Over de kinderen, over het werk, het nieuws, … Slechts één onderwerp wordt wat gemeden, zo besef ik nu, tijdens het schrijven deze tekst. En dat is hun relatie. Misschien is dat niet zo heel raar.  

Voor een artikel in De Morgen, werden we onlangs samen geïnterviewd. Volgens de journalist was het niet makkelijk om vaders en plusvaders te vinden die goed overeenkomen. Jammer, vind ik dat. Ik vermoed dat het vaak te maken heeft met ego’s, met onduidelijkheid, verschillende verwachtingen.  

Ik kan dan ook alleen maar oproepen, geef elkaar een kans. Een echte. Ga er vanuit dat de ander ook het beste wil voor de kinderen. Maar geef ook je eigen grenzen aan. Zo vroegen de kinderen me een aantal jaren geleden eens of ik het erg zou vinden moesten ze hem ook ineens papa beginnen noemen. Ja dat zou ik heel erg vinden. En dat weten ze. Dus doen ze dat ook niet, hoezeer hij intussen ook deel uitmaakt van hun leven.  Maar ze weten dat ze hun wiskunde-vragen niet meer aan mij moeten stellen, dat kan hij dan weer veel beter.

Ik wil maar zeggen... ja... wat wil ik zeggen? Het kan, het is niet altijd makkelijk, maar het kan.