er zijn... er echt zijn
Tijdens het thuisonderwijs merk ik dat mijn kinderen mijn aandacht en aanwezigheid nodig hebben en er op verschillende al dan niet gepaste manier om vragen.
Ja aanwezig zijn. Dat is zo’n mode woord. “Echt aanwezig zijn is belangrijk”. Tuurlijk. Doe ik ook. Jij ook toch. Iedereen die z’n kinderen graag ziet doet dat toch?
Ik kreeg vandaag een prachtkans om dat in de praktijk te doen.
Situatie: mijn eigen kinderen die 24/7 bij ons zijn en veel van de corona-gerelateerde spanningen, aanpassingen en afgelastingen meekrijgen. Die willen vandaag de dag nog meer je nabijheid en aanwezigheid voelen dan gewoonlijk.
Ik schreef al eerder over hoe het begeleiden van het thuisonderwijs er bij ons uit ziet.
Mijn oudste vraagt om echt aanwezig te zijn bij hem. Wanneer ik naast hem sta en iets bijsturend zeg over zijn werk of zijn werkhouding dan volgt er vaak een discussie of een mini-machtsstrijd. Wanneer ik niets zeg en kijk naar hoe hij zit en werkt en naar wat hij doet dan zie ik dat hij mijn aanwezigheid vraagt. Hij doet dat zonder woorden. Hij heeft er de woorden nog niet voor. Hij steekt zijn hand uit en raakt mijn been aan, of draait met zijn vingers in mijn haar, of wiebelt zijn been over mijn knie… Hij ‘vraagt’ mijn acte de présence met zijn lichaam. En wanneer ik niet bezig ben met plannen of met wat ik vind over hem en mijn oordelen achterwege kan laten, dan merk ik de kleine gebaren op.
kijken
dichtbij zijn
zijn hand op mijn knie voelen
focussen
mijn aandacht bij mijn kind houden
voelen en hier zijn
horen en luisteren
ondertussen blijven ademen…
in en uit
Ik merk dat ik dat moeilijk genoeg vind. Al mijn projecten even laten voor wat ze zijn en met hele mijn aandacht bij mijn kinderen zijn. Kijken wat er gebeurt zonder in te grijpen, zonder doel, zonder hen iets te willen leren of van hen dingen te verwachten.
En die aandacht dan ook nog gelijk proberen te verdelen. Want ook al is mijn dochter relatief makkelijker in het doen wat we van haar vragen, ook zij heeft mijn onverdeelde aandacht nodig.
Het is wonderbaarlijk hoe fijngevoelig kinderen zijn: wanneer ik wel fysiek aanwezig ben maar met mijn kop iets anders aan het uitwerken ben, dan merken ze dat. Elke keer. Ik kan niet faken tegenover hen.
Ik kan hen wel leren dat ze met momenten mijn onverdeelde aandacht kunnen krijgen en op andere momenten niet. Zij leren mij omgekeerd om die momenten ook echt aandacht te geven aan hen.
Beter enkele korte momenten echt bij hen zijn dan lange momenten halfslachtig naast hen zetten met mijn aandacht bij iets anders (telefoon, werk, koken, boek, mijn gedachten, een gesprek, een stukje voor Vaderklap schrijven,…). En een simpel “Je weet toch dat ik van je hou…” is niet het zelfde.
Zo nu is het tijd om hen weer een moment van aandacht te geven - enkel verdeeld onder hun twee.