Vaderklap

View Original

1 jaar op wereldreis met kinderen: het laatste deel 7

Jan vertrok een paar maanden geleden op reis. Niet zomaar op reis. Wel voor 1 jaar. Alles achterlaten om met het gezin een jaar lang door Zuid-Amerika te trekken. Dit is het laatste deel. Het jaar ligt (al) achter de rug.

En opeens stonden we terug in Zaventem.

Een jaar klinkt lang, een jaar is lang, maar een jaar blijkt uiteindelijk toch ook maar een jaar. En net zoals die eindeloze zomervakanties van vroeger genadeloos voorbij vlogen, zo zijn we ondertussen alweer een dikke maand terug in België.

Het duurde even om aan deze laatste blogpost te beginnen.

Omdat het dan ergens ook echt gedaan is…

Na ons bezoek tijdens de paasvakantie trokken we verder richting Belize, maakten we een ronde terug richting Guatemala, en trokken we uiteindelijk nog door een klein stukje Mexico. We snorkelden tussen zeeschildpadden, gingen op zoek naar zeekoeien (twee keer, de eerste keer lieten ze zich niet zien), bezochten we nog veel meer Maya-ruïnes in de jungle, vierden we de verjaardag van Anke (inclusief zelfgemaakte piñata), zagen we vulkanen uitbarsten, leerde Seppe zwemmen,… te veel om op te noemen.

Ik ga me tegenhouden om er te veel een reisverslag van te maken, de belangrijkste dingen zijn immers niet te vatten in de dingen die we deden. Het is moeilijk om in een blogpost neer te schrijven hoe op een busrit van 5 uur zitten en gewoon onderweg zijn soms evenveel voldoening geeft als één van de wereldwonderen te bezoeken.

Tijdens de maand dat we terug zijn kreeg ik al zeker 200 keer de vragen “En, hoe was het op reis?”, “Wat was het mooiste?”, “Wat blijft je het meeste bij?”. Op die eerste vraag is het antwoord erg eenvoudig: super-tof. De rest is iets lastiger. En ergens ben ik wel blij dat dit jaar zich niet gemakkelijk laat reduceren tot een soort checklist.

Dat het misschien wel gewoon ging over het op weg zijn met ons vieren: het niets moeten. Maar dat vertalen naar een specifiek hoogtepunt of een locatie is onmogelijk. Al sinds ik vader werd zo’n 6,5 jaar geleden, merkte ik redelijk snel dat ik veel gevoeliger ben geworden. Misschien heeft het ook te maken met het feit dat ik ondertussen doorheb dat onverschilligheid niet hetzelfde is als cool zijn.

Whatever it is, ik merk dat ik tijdens deze reis, hoewel we veel trager reisden, veel meer gezien heb dan ik vroeger zou zien, en dat ik veel meer onder de indruk ben van al die impressies. Ik heb het voorbije jaar over veel zaken kunnen nadenken, niet in het minste over mezelf en de mensen die het dichtst bij me staan.

En het voornaamste gevoel dat dan overblijft is dankbaarheid. “Wat blijft je het meeste bij van deze reis?” Het feit dat zowel Anke als ik beide ons erg bewust zijn hoe een enorm privilege het is om dit gedaan te kunnen hebben.


De dankbaarheid voor de reis, voor elkaar, die onzin allemaal. Geen wereldschokkende verrassende zaken dus, wel op een, voor mij althans, waanzinnig diepgaande manier. Het wordt nu zaak om die dankbaarheid en dat bewustzijn niet te snel kwijt te spelen door de waan van de dag nu ik terug aan de slag ben.

Ik had ook de belofte gemaakt om een ietwat praktische post te schrijven over “het doe je dat nu, zo’n jaar voorbereiden?” In ons geval heb ik gewoon het enorme geluk dat Anke dat graag doet, en goed doet, en ik een relatief gemakkelijke passagier ben die alles wel plezant vindt. In totaal waren we 352 dagen onderweg, bezochten we 13 landen, bleven we op meer dan 100 verschillende plaatsen logeren, en legden we bijna 45.000 kilometer af.

Hoewel we initieel wel een soort globale route hadden uitgestippeld (van Brazilië tot Mexico, met een aantal bezoeken gaandeweg, zodat we soms op een bepaalde moment wel in een bepaald land moesten zijn), planden we meestal een paar dagen tot een week of 2 op voorhand. Hotels zoeken gebeurde via Booking en AirBnB, reviews checken via TripAdvisor, reisblogs en reis-facebookgroepen.


Wat de praktische zaken aan het thuisfront betreft, ons huis in Gent hebben we een jaartje verhuurd (en in dezelfde staat teruggekregen als we het achterlieten), met de grootouders konden we Whatsapp-gewijs vaak eens video-bellen, waardoor dat gemis langs beide kanten draagbaar bleef. Zowel Seppe en Mirte zijn nog kleuters, dus voor school was er ook geen probleem (en zoals de leerkrachten ons verzekerden toen we vertrokken, leerden Seppe en Mirte absurd veel nieuwe dingen op reis).

Ik nam als zelfstandige een pauze met wat ik deed, en werkte af en toe achter de schermen nog een klein beetje, Anke gaf haar ontslag voor het vertrek. Het is een torenhoog cliché, maar net zoals alle dingen die er vanop een afstand misschien redelijk groot of uitdagend uitzien is het vooral een kwestie van het te doen. De rest wijst zichzelf wel wat uit.

Iets wat ik niet echt verwacht had is hoe vreemd terugkomen was. Of eerder, hoe waanzinnig niet vreemd dat was. Hoewel Mirte zich helemaal niets herinnerde van thuis, of zelfs maar van het idee dat er zoiets bestaat als een vaste locatie waar je woont, is er echt heel erg weinig verschil tussen thuiskomen na een weekendje zee of een jaar in Zuid-Amerika. Alles is verrassend hetzelfde. Ergens is dat aangenaam herkenbaar, anderzijds geeft het wel wat uitdagingen om te kijken hoe we een aantal oude gewoontes waar we mee gebroken hebben, of nieuwe die we opbouwden daar in kunnen plaatsen.


Terugkomen is een fascinerender onderdeel van reizen dan ik dacht. Een lied dat tegenwoordig vaak in m’n kop schiet is Kom terug van Spinvis: “Erf de ogen van je kind. Kijk er door. Reis ver, drink wijn, denk na. Lach hard, duik diep. Kom terug”

In september zal dat “normale” leven helemaal weer aanwezig zijn. Terug naar school, weer aan de slag,… Ik zal ook m’n verjaardag weer vieren. En nog meer dan de voorbije jaren zal ik op de vraag “Wat wil je hebben?” kunnen antwoorden dat ik niets nodig heb. Ik heb alles al.

Al moogt ge wel een pintje komen drinken als ge daar goesting in hebt.

Lees ook: