Vaderklap

View Original

1 Jaar op wereldreis met kinderen: deel 5

Jan vertrok een paar maanden geleden op reis. Niet zomaar op reis. Wel voor 1 jaar. Alles achterlaten om met het gezin een jaar lang door Zuid-Amerika te trekken.

Dat is pas een inspirerende uitdaging. Hier op Vaderklap deelt hij regelmatig zijn ervaringen. Een meer frequente update lees je op hun blog (link). Het woord is aan Jan.


Bij mijn vorige schrijven waren we richting kerstmis aan het gaan, ondertussen ruilden we samen met het jaar ook Ecuador in voor Panama.

Een nieuw jaar, tijd voor nieuwe avonturen! Nieuwjaar vierden we dit jaar in de jungle. Geen vuurwerk dit jaar, wel vuurvliegjes, geluiden van apen, kikkers en krekels, en af en toe een anaconda die passeert.

Een goed moment ook om eens stil te staan bij vorig jaar en wat er ons nog te wachten staat. Af en toe denk ik al eens aan de zomer. De moment dat we terug gaan naar Gent. Het is soms vreemd om te zien hoe voor Mirte rondtrekken thuis is geworden. Ik denk zelfs dat ze niet meer weet hoe ons huis er uit ziet (het speelgoed dat er ligt, begint wel mythische proporties aan te nemen, zeker de buggy voor haar baby). Voor Mirte is reizen een soort normaal geworden. Je ziet haar dan ook veel meer dan haar broer onbezorgd rondlopen.

Laatst vroeg Mirte aan Anke: “Mama, wat is eigenlijk een washandje?”

We gaan het toch moeten toegeven: de re-integratie van Mirte in de Belgische structuur zal mogelijks langer duren dan de twee maanden zomervakantie die we voorzien. Sorry school! Maar het is nog geen zomer (in België althans). Hier is het avond.

We zitten op een boot en varen een rivier af in de jungle. Mirte op mijn schoot, Seppe op die van Anke. Niemand zegt wat, we luisteren enkel naar de geluiden van de jungle, zien af en toe een kaaiman wegduiken en staren naar een sterrenhemel zoals je die kent van de documentaires van David Attenborough. Hier heb je geen vuurwerk nodig om met dankbaarheid het jaar af te sluiten.

Wat na een dik half jaar reizen wel begint op te vallen is hoe anders je reist. Omdat we kinderen meehebben, maar ook hoe je omgaat met tijd is helemaal anders. Waar ver reizen voor velen op bepaalde hoogte toch een soort afvinkrace is, merk ik dat we er meer en meer in slagen om gewoon kunnen genieten van het reizen zelf van het onderweg zijn.

Het helpt uiteraard ook dat Seppe en Mirte soms meer onder de indruk zijn van een steentje dat ergens ligt dan van pakweg het Panamakanaal. Ze zorgen ervoor dat wij de omgeving, los van de indrukwekkende bezienswaardigheden ook gezien hebben.

Het is natuurlijk logisch dat je, als je minder tijd hebt, zoveel mogelijk uit die tijd wilt halen, maar het maakt reizen ook vermoeiend en zelfs stressvol. De rust die ik hier nu vind, maar ook merk bij Seppe en Mirte wil ik graag zo goed mogelijk bewaren als we binnen een half jaar terug zijn in ons sowieso al veel hectischere landje.

Midden januari ruilden we Ecuador en Zuid-Amerika in voor Panama. Een heel ander soort land dan wat we tot nu toe zagen. Veel meer westers, maar ook met heel veel verschillende culturen met Caraïbische vibes aan de Atlantische oceaan-kant, en meer surfer/laid-back aan de Pacifische.

 In Panama-Stad namen we onze tijd om uitgebreid het kanaal en bijhorend museum te bezoeken. We bezochten de sluizen langs beide kanten en namen ook een trein die heel het kanaal afrijdt van de ene naar de andere kant. Daarnaast gingen we ook naar een natuurhistorisch museum dat op fantastische wijze uitlegde hoe Noord- en Zuid-Amerika door continentendrift en vulkanische activiteit aan elkaar werden verbonden, de gesteenten die daarbij ontstonden en hoe verschillende diersoorten opeens elkaar tegenkwamen.

Waar ik in de Galapagos volledig kon nerden over Darwin, DNA en evolutie, mocht ik hier mijn kinderen vervelen met geologie, Marie Tharp en de werking van vulkanen. Ik nam me meteen voor om nog eens met iedereen naar het dino-museum in Brussel te gaan als we terug zijn.

Qua stranden is Panama het mooiste dat ik ooit gezien heb. Parelwit zand met een paar palmbomen en het blauwste water dat je ooit zag. Eilandjes exact zoals je ze bedenkt, maar dan nog mooier. Elke ochtend een kokosnoot openen met een machete, om dan daarna door de golven van de oceaan te springen, apen te gaan zoeken in de palmen, schelpen te rapen, of gewoon wat rond te hangen. Het is een heel verschil met de Andes waar we de voorbije 6 maanden in en rond verbleven.

In Panama is het openbaar vervoer ook heel anders dan in Ecuador. De plaatsen in de bus werden nog kleiner, wat logisch is als je bedenkt dat de meeste openbare bussen afgedankte Amerikaanse schoolbussen zijn. De Panamese buschauffeurs nemen een ongeziene trots in het volledig pimpen van hun bus. Van stickers over kerstverlichting tot volledige kapel-inrichtingen. Combineer dat dan nog met keiharde reggaeton die door de bus geknald wordt, en waaraan geen ontkomen is, en je krijgt een beeld van het openbaar vervoer hier.

Uurregelingen doen ze hier trouwens niet aan mee, de bus vertrekt als de chauffeur gas geeft, en als er onderweg ergens een middagpauze wordt ingelast is dat ook zo. We zijn er als we er zijn, als je sneller wil gaan moest je maar een taxi nemen.

Panama is ook de plek waar de Spanjaarden al hun goud samenbrachten om te verschepen naar Europa, en bijgevolg dus ook een plek waar veel piraten kwamen die dat wilden stelen. In Portobelo speelden we met de kanonnen op de oude forten hoe we piratenschip na piratenschip richting diepzee stuurden.

Terwijl ik dit schrijf zitten we in een boomhut met zicht op een baai waar dolfijnen zwemmen, en klimt een luiaard gezapig rond in z’n boom. Binnen een paar dagen gaan we verder richting Costa Rica waar mijn schoonouders op bezoek komen.

Groeten uit Panama!

Jan

Lees ook: