Sinterklaas bekennen
Sinterklaas, en hoe mijn vader er niet over loog.
Sinterklaas: is het één grote leugen die we collectief onze kinderen voorspiegelen of is het een fijne traditie en een verhaal waar we familiegewijs iedere herfst induiken?
“Iedereen in de derde klas wist het al, van Sinterklaas. Ik wist het ergens wel en toch was mijn geloof sterker dan het weten. Zeker als ik de goede man begin december in levende lijve tegenkwam op school.” - Hans
Ik vroeg het ook aan andere vaders.
Andries: “Zeven jaar was ik, zeven en kwaad! Ik was zo kwaad toen ik ontdekte dat mijn ouders zelf Sinterklaas waren. Weken bleef ik alles van mijn ouders deden of zeiden in twijfel trekken...”
Bert: “ Toen ik mijn vader betrapte met MIJN BRIEF voor de Sint was ik vooral teleurgesteld. Hij stopte mijn brief gewoon bij het oud papier, samen met wat kranten en snippers. Weer een reality-check en een bewijs dat de kindertijd voorbij ging.”
Herman: “…tja, heel erg vond ik het geloof ik niet. Misschien kwam dat wel omdat ik meteen mee in het complot werd betrokken. Ik mocht cadeautjes klaarzetten voor mijn kleine broertje en het jaar daarna mee cadeautjes uitzoeken samen met m’n moeder.”
Hugo is al jaren betrokken als goed heilig man bij de Sintstoet in het dorp waar hij woont. Als ik hem vraag of hij ook dit jaar weer de Sint speelt, antwoordt hij serieus, plechtig bijna: “Ik speel hem niet, ik ben dan Sinterklaas.”
“Sinterklaas bestaat.”, zei mijn eigen vader mijn hele kindertijd lang, en nu nog.
Ik was een jaar of 8 - 9 en speelde op een dag bij de kast onder de trap. En daar, weggestoken achter oude dekens en jassen vond ik heel veel nieuw speelgoed! Precies dat speelgoed dat ik gevraagd had aan de Sint…
Toen ik mijn ouders ermee confronteerde, ontkenden ze het niet eens.
“Tuurlijk helpen wij Sinterklaas! Cadeautjes kopen, klaarzetten, brieven lezen en schrijven,… Hij kan dat toch niet allemaal alléén voor elkaar krijgen? Dat begrijp jij ook wel…”
“Maar is Sint dan niet echt?” vroeg ik, want ik kende ook de namaak-Sinterklazen die slecht verkleed in winkels zaten. En de Sint op school had ook zo’n verdacht vertrouwde stem.
”Wel,” aldus mijn vader, “Sinterklaas bestaat wel degelijk echt en wij helpen hem.”
Zo liep ik als prille tiener door de winterse stad. Ik wist van al het opgezette spel, en toch, telkens als ik de echte Sint zàg dan was daar weer dat rotsvaste geloof! He is real, he exists!...
Als puber wilde ik de volledige duidelijkheid en transparantie.
“Zeg pap, nu even eerlijk, je hebt ons toch voorgelogen al die tijd?”
“Nee,” zei hij. “Sinterklaas bestaat - als traditie, als begrip, als historisch figuur. En dat vieren wij. ‘De Sint’ als concept vieren wij. En zolang we dat vieren bestaat hij.”
“En ja, de rest daarrond is theater. Daar heb ik ook nooit over gelogen toen je ernaar vroeg.”
Nu vier ik zelf met mijn gezin de traditie van een goede, oude, rijke Nikolaas die kinderen cadeautjes brengt. In het midden van de nacht, gehuld in mysterie en spanning…
Zoals mijn eigen vader dat deed, vind ik het nu een prachtige manier om mee te gaan in het verhaal en de mythes rond de goed heilig man en tegelijk eerlijk te blijven naar mijn kinderen.
Zo doe ik het ook nu.
Mijn zoon van 8 vroeg het dit weekend aan tafel. “Volgens K. bestaat Sinterklaas niet en zijn jullie dat… Is dat waar? “
Even keken zijn moeder en ik naar elkaar, en toen de kleine zus naar bed was hebben we openhartig beaamd dat wij Sinterklaas helpen.
Hij breekt nu zijn hoofd over hoe het allemaal werkt, waar wij het speelgoed gaan halen, of ik echt de wortels opeet en de restjes afgeknabbeld laat liggen, …
En de volgende morgen aan tafel speelt hij het hele spel voor zijn zusje mee. Inclusief vette knipogen naar ons. En ’s avonds kijkt hij met open mond naar de nieuwe afleveringen van “Dag Sinterklaas”…
Naar de echte Sinterklaas.