Vaderklap

View Original

Springtij

Dag x,

Je vader schrijft je een brief. Een virtuele brief weliswaar, maar toch een brief. 

Op het moment van dit schrijven zit je nog in de buik van je moeder. Omringd door water, omgeven door een prachtig lichaam(**). Veilig, warm, geborgen en ook een beetje vochtig.

Nog een paar weken en je moet je nest verlaten. Dan breekt het springtij aan, barsten de dijken en drijf je uit... een nieuwe wereld in. 

Het hoge stemmetje dat het zo vaak had over "haar kleine broertje dat nog niet kan stappen, want het zit in mama's buik", zal blijken je zus te zijn. Het wordt een topzus. Dat hoop ik. Dat denk ik. Dat ben ik zeker. 

Dat prachtlichaam waar je zo lang inzat, zal blijken van je moeder te zijn. Een topmoeder. Echt waar. Zo eentje die er altijd voor je zal zijn. Van de eerste maanden wanneer honger en dorst aanbreken over samen puzzels maken tot momenten van troost en geborgenheid.

Dat knorrende geluid, dat zijn onze varkens. Drie gigabeesten. Ze doen je niets. Echt waar. Anders eet ik ze op. Beloofd. Er zijn hier ook kippen en een veel te luide haan. Je zal kennismaken met Pipa en Bommi, Moeke en Cloclo, Omi en Opi, Opa en Oma. Veel namen, veel termen, veel mensen, maar allemaal kijken ze reikhalzend uit naar je komst. 

Ook ik, je vader. De jongen die verhuisde naar een gat Limburg voor je mama. De man met de tientallen projecten. Jij en je zus, jullie zijn echter mijn grootste projecten. Mijn levensprojecten.

Toen je zus er zat aan te komen, had ik schrik. Twijfels ook. Toen ze er was, wist ik in de eerste weken - maanden zelfs - ook niet echt goed wat doen. We deden maar wat. Zoals zovele collega-ouders. En kijk, alles kwam goed met die zus van je. En met je "gekke protjes latende papa", aldus de woorden van diezelfde topzus.

Nu ben ik er wel klaar voor. Denk ik. Schrik overheerst niet. Alleen spanning, enthousiasme en goesting. Spanning om je te leren (kennen). Enthousiasme om samen de wereld te ontdekken. Goesting om mijn vaderrol voor een tweede keer op te nemen.

We gaan samen puzzels maken, vliegtuigen spotten, de geitjes van de buren toezwaaien en soms ook gewoon samen in de zetel liggen. Je mag springen op mijn buik, gras strooien over mijn hoofd en kleuren op mijn neus. Word wat je wil worden en wees wie je wil zijn. 

Ik zal er voor je zijn. Altijd. Beloofd.

Piep maar tevoorschijn, nu, morgen of wanneer jij er klaar voor bent. We zijn er alvast klaar voor. (*)

Je bent van harte welgekomen.

Je vader, P.

(*) Correctie: we zijn er bijna klaar voor. Je kaartjes, geboortecadeautjes en bedje zijn nog niet klaar. Zelfs je naam is nog een twijfelgeval. Blijf dus misschien toch nog maar even zitten, nee? Tot week 40 of doe maar week 39. Dat zal je mama fijn vinden. Afgesproken?

(**) "Dat prachtlichaam moogt ge vervangen door: die walvis", aldus de mama van X.