Het eerste kamp
Als kind was ik een Kampen-bouwer. M’n buurjongen was er eentje die knutselen kon en ik kon hem op gedachten brengen en samen maakten we zomerse verblijfplaatsen om in te schuilen voor denkbeeldige wezens en de grillen van de natuur.
Onze spullen vonden we in de tuinhuizen van onze vaders. Die hadden planken, lakens, nagels, vijzen en hamers te over. Hiermee konden we dagen sleutelen aan het perfecte ontwerp. Dat eens gebouwd dienstdeed als onderkomen voor alles wat de wereld op ons afvuurde: etenstijd, badtijd, bedtijd en meisjes waren de grootste vijanden.
Later werd de liefde voor kampen uitgebreid naar hoger gelegen regionen. Boomhutten bouwen werd de specialiteit des huizen. Maar het eerste kamp is simpel en eenvoudig. Dat zijn takken en bladeren. Zonder schroeven of vijzen, want dat is nog geen beschikbare techniek bij peuters.
Je moet A. ook nog sturen want hij heeft nog geen visie of kennis in kampen. Je moet het aanleren. Samen zoeken we in het bos naar stokken en wroeten we door het gebladerte zoekend naar de stevigste exemplaren. We voeren samen takken aan naar de voet van een boom: Het fundament voor ons eerste kamp.
Het is knutselen in de natuur met levensgrote objecten. A. leeft helemaal op omdat aan de voet van deze oude eik z’n eigen bouwsel herrijst dat hij samen met vader aan het maken is. We werken af met een dak van gevallen herfstbladeren. Er in zitten doen we maar kortstondig, want het is koud. En zoals bij veel zaken is het onderweg zijn naar fijner dan de eindbestemming. De eindbestemming is in dit geval een tochtig hol onder een boom omgeven door natte bladeren. Het is tijd voor chocomelk en we hebben het verdiend.
Het is fijn om als vader het vuur voor kampen aan te wakkeren. Een familietraditie die in ere moet worden gehouden. De boerenbuiten is mooi als kind. Maar als het om de knikkers gaat is de beboste buiten het werkelijke paradijs
Deze beelden werden genomen in de winter en gebruikt in ons boek. Meer inspirerende momenten voor vader en kind vind je in datzelfde boek.