Wat ben je groot geworden?
Vaderklap is geen online briefwisseling, maar voor de tweede keer schrijven we een brief naar onze kleine.
M
Nog een maand en je wordt twee. Je bent geen anderhalf meer en spreken van 23 maanden is ook maar stom. Dus zeg ik maar: “ze is anderhalf en een kletske" of bijna twee.
98 Procent - of toch zoiets ongeveer - van de wereldbevolking is ouder dan jij. Je bent voor velen nog een uit de kluiten gewassen baby, een minipeuter en eigenlijk nog wel klein. Voor jouw mama en mezelf ben je echt al een minimensje. En dat ging zo snel...zo plots...
Ik schreef begin dit jaar, net toen je één geworden was, een ongepubliceerd Vaderklapstuk over de druk die je in je tweede levensjaar te wachten stond. Onbewuste druk natuurlijk. Ik nam die trouwens als vader wel van je over. Er stond je zoveel te wachten, je moest zoveel leren.
Op het potje gaan, vlot lopen, babbelen, met een lepel eten, in het zwembad springen, uit een beker drinken, torens bouwen, puzzels maken, etc.
Allemaal dingen die je te wachten stonden in het tweede levensjaar. Ik had geen idee hoe je dat allemaal zou moeten leren…geen idee hoe wij als vader (/moeder) je daarin moeten helpen...
En zie nu…je bent anderhalf en kletske, bijna twee, loopt vlot in alle richtingen en vooral dan die richtingen die wij niet moeten uitgaan. Je drinkt uit een beker, dolt in het zwembad, eet veel met een lepel en een vork, schuift van de glijbaan alsof je nooit iets anders gedaan hebt, …
Converseren beperkt zich tot wijzen, onverstaanbare verhalen vertellen en toch al een woord of dertig.
Je weet waar het vliegtuig is, waar de maan is, je zwaait, zegt santé, etc. Nu weet je ook plots waarvoor een potje dient en kan je treinsporen in elkaar steken en zeg je toektoektoek als je je treintje van de sporen duwt. Je maakt een puzzel, bouwt een toren, gebruikt je vaders buik als een trampoline - leve die vetreserve en klimt overal op. Inclusief die zetel zonder leuning.
Je heb een eigen willetje, krijgt streken en weet al zeer goed wat neen is.
Je leert het allemaal zo flink. Wij staan er bij en kijken er naar en helpen of stimuleren zo goed mogelijk. Zonder die druk op te voeren. Doe alles maar mooi op je eigen tempo.
Quasi elke dag denk ik: hoe ben je plots zo groot geworden? Hoe is het zo snel kunnen gaan? Wat is er het voorbije anderhalf jaar en een kletske in godsnaam gebeurd dat jij nu al zo groot bent?
Je bent bijna twee.
Ik weet het, je bent voor iedereen (en ergens ook voor ons) zo klein, maar toch…
Wat ben je groot geworden.